Versies vergeleken
Sleutel
- Deze regel is toegevoegd.
- Deze regel is verwijderd.
- Formattering is gewijzigd.
Liquidatiereserve
Vanaf aanslagjaar 2015 is het voor vennootschappen die klein zijn in de zin van artikel 15 1:24 §1 van het WVV mogelijk een liquidatiereserve aan te leggen. Bij de reserves is hiervoor een nieuwe code voorzien, code 1012:
Het bedrag in de kolom Op het einde van het belastbare tijdperk wordt automatisch overgenomen van formulier 275A.
Andere in de balans vermelde reserves en andere belastbare reserves
In Andere in de balans vermelde reserves en Andere belastbare reserves kunt u een onbeperkt aantal lijnen ingeven.
Klik op het icoontje om een lijn toe te voegen. Klik in een lijn en klik op het icoontje om een lijn te verwijderen. De bedragen die u invult, worden automatisch mee opgeteld in de totalen van Belastbare reserves (code 1040 PN).
Elke tabel in First Belastingaangiften bevat het volgende icoontje . Als u op dit icoontje klikt, wordt de tabel uit het formulier gelicht en opent u de tabel apart. Alle wijzigingen worden automatisch overgenomen in het formulier.
Financieringskostensurplus
Sedert aanslagjaar 2020 heeft de niet aftrekbaarheid van het zogenaamde financieringskostensurplus tot doel om kosten van intresten van leningen te verwerpen als deze kosten, na aftrek van de inkomsten van intresten van leningen, excessief zouden zijn in vergelijking met de ebitda fiscale EBITDA van deze vennootschap.
Onder financieringskostensurplus wordt verstaan, het positieve verschil tussen:
- enerzijds het geheel aan intresten en andere door de koning omschreven kosten die economisch gelijkwaardig zijn aan intresten die overeenkomstig de overige artikelen uit dit wetboek in het belastbaar tijdperk als beroepskosten worden aangemerkt en die niet verbonden zijn met een vaste inrichting waarvan de winst wordt vrijgesteld krachtens een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting;
- en anderzijds het geheel aan intresten en andere door de koning omschreven opbrengsten die economisch gelijkwaardig zijn aan intresten die in de winst van het belastbaar tijdperk zijn begrepen en die niet krachtens een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting worden vrijgesteld.
Opdat er sprake zou zijn van een verworpen uitgave, dient het financieringskostensurplus het hoogste van de volgende twee bedragen overschrijden:
- 3 miljoen EUR;
- 30% van de fiscale EBITDA van de belastingplichtige.
Dus ongeacht de hoogte van de fiscale EBITDA blijft de intrest aftrekbaar als de netto-interestkost lager is dan 3 mio EUR. De fiscale EBITDA van de belastingplichtigen die deel uitmaken van een groep, moet worden bepaald alsof de belastingplichtige en alle Belgische groepsleden waren overgegaan tot een consolidatie. Om dit resultaat te bereiken, wordt de fiscale EBITDA van de belastingplichtige en elk Belgisch groepslid aangepast om de impact van de intragroepstransacties te neutraliseren.
Deze ‘consolidatie’ wordt gerealiseerd door de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen die deel uitmaken van dezelfde groep van vennootschappen de mogelijkheid te verlenen om door middel van een overeenkomst het ongebruikte grensbedrag over te maken aan een ander lid van de groep, de zogenaamde intrestaftrekovereenkomst. De groepasvennootschappen kunnen hierbij voorzien in de betaling van een vergoeding die gelijk is aan de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners die door een van de partijen verschuldigd was geweest indien geen overdracht zou hebben plaatsgevonden. Deze vergoedingn is fiscaal neutraal en dus vrijgesteld bij de genieter en niet aftrekbaar bij de betaler.
Het niet-aftrekbaar financieringskostensurplus is onbeperkt overdraagbaar naar een volgend belastbaar tijdperk.
Er is voorzien in een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves voor de ‘Vrijstelling ten belope van het overgedragen, niet-aftrekbaar financieringskostensurplus’, code 1064 (aangifte aanslagjaar 2021). De niet belastbare vergoeding in het kader van de intrestaftrekovereenkomst wordt vrijgesteld door een verhoging van de begintoestand van de reserves (Vak ‘reserves’, code 1063, aangifte aanslagjaar 2021).
De niet-aftrekbare intrest wordt in de eerste bewerking van de vennootschapsbelasting aan het resultaat toegevoegd door de opname in de verworpen uitgaven (Vak ‘verworpen uitgaven’, code 1262, ‘Niet-aftrekbaar financieringskostensurplus’, aangifte aanslagjaar 2021). De niet aftrekbare vergoeding in het kader van de intrestaftrekovereenkomst wordt eveneens aan het resultaat toegevoegd door de opname in de verworpen uitgaven (Vak ‘verworpen uitgaven’, code 1263, aangifte aanslagjaar 2021).
De details betreffende de bepaling van het bedrag van het in de voorgaande belastbare tijdperken niet als beroepskost aangemerkte financieringskostensurplus dat wordt vrijgesteld in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners/vennootschap, worden opgenomen op formulier 275SE. Tot slot vormt de de intrestaftrekovereenkomst een bijlage bij de aangifte: formulier 275 CDI.
Aftrekken van de resterende winst
U kunt de winst of het verlies verdelen volgens oorsprong. Het bedrag in de kolom Belgisch wordt automatisch aangepast.
De details van de aftrekken moeten ingevuld worden in de verplicht in te vullen bijlagen. De berekende bedragen worden automatisch overgenomen in formulier 275.1.A. Als u met de rechtermuisknop klikt op de totalen, krijgt u een overzicht van de details die deel uitmaken van de berekening. Bijvoorbeeld op het veld 1435, kolom Belgisch:
U merkt dat (275C) Aftrek risicokapitaal die voor het aanslagjaar in principe aftrekbaar is, deel uitmaakt van de berekening. U kunt dit aanklikken en First Belastingaangiften navigeert dan automatisch naar deze rubriek op formulier 275C.
Groepsbijdrage
Door de Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting wordt vanaf aanslagjaar 2020 de fiscale consolidatie ingevoerd in de Belgische vennootschapsbelasting onder de vorm van een systeem van ‘groepsbijdragen’. De groepsbijdrageregeling is een systeem waarbij de ene vennootschap (hierna de ‘overdragende vennootschap’) (een deel van) haar belastbaar resultaat via een louter ‘fiscale groepsbijdrage’ kan overdragen naar een andere vennootschap (hierna de ‘ontvangende vennootschap’) die verlieslatend is. Het is met andere woorden mogelijk om louter fiscaal (via de fiscale aangiftes) winst te verschuiven zodat het positief belastbaar resultaat van de overdragende vennootschap onmiddellijk wordt afgezet tegen het negatief resultaat van de ontvangende vennootschap.
Omdat de overdragende vennootschap een voordeel geniet (met name de fiscale aftrek van de groepsbijdrage), terwijl de ontvangende vennootschap een nadeel ondergaat (met name de verhoging van haar belastbaar resultaat door de groepsbijdrage), heeft de wetgever erin voorzien dat de overdragende vennootschap een vergoeding verschuldigd is aan de ontvangende vennootschap. In de groepsbijdrageovereenkomst verbindt de belastingplichtige zich ertoe aan deze (verlieslatende) binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting een vergoeding te betalen die gelijk is aan de vennootschapsbelasting of belasting van de niet-inwoners die verschuldigd zou zijn als het in de overeenkomst opgenomen bedrag van de groepsbijdrage niet in mindering was gebracht van de winst van het belastbaar tijdperk.
In hoofde van de betalende vennootschap, wordt de aftrek van de betaling van de groepsbijdrage opgenomen in de uiteenzetting van de winst onder code 1445. De niet-aftrekbaarheid van de vergoeding voor het belastingvoordeel wordt gerealiseerd door een opname in de verworpen uitgaven (code 1264).
In hoofde van de ontvangende vennootschap wordt de niet-belastbaarheid van de vergoeding voor het belastingvoordeel gerealiseerd door een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves ((code 1062). De aftrekbeperking op het excedent, wanneer de ontvangen groepsbijdrage groter is dan het verlies, wordt gerealiseerd door opname van dat excedent in het Vak ‘uiteenzetting van de winst’ onder code 1426.
Zowel de betalende als de ontvangende vennootschap moeten in de aangifte VenB melding maken van de groepsbijdrage-overeenkomsten die zij hebben afgesloten. Deze moeten worden vermeld in het Vak ‘Groepsbijdrage-overeenkomsten’. De groepsbijdrage-overeenkomst moet worden toegevoegd als bijlage bij de aangifte als het formulier 275 CTIG.
Meerwaarden op aandelen belastbaar aan 25%
In code 1466 vult u de meerwaarden op aandelen in die belastbaar zijn tegen het tarief van 25%. Let wel op! Het bedrag dat u hier invult wordt afgetrokken van code (1450) Resterende Winst. Het bedrag dat u invult in code 1465 1466 mag nooit hoger zijn dan het bedrag van code (1450).
Afzonderlijke aanslag liquidatiereserve
Vanaf aanslagjaar 2015 kunt u het bedrag invoeren dat u aan de liquidatiereserve toevoegt in code 1508. Deze code wordt automatisch ingevuld op basis van de gegevens die u invult op het formulier 275A:
Compenseerbare verliezen
Code 1721 N moet u ingeven met een minteken. Het minteken wordt door First Belastingaangiften voorgesteld.
Codes 1722 N en 1730 N worden negatief weergegeven. Code 1436 wordt positief overgenomen vanuit de tabel Verdeling volgens oorsprong.
Grootte van de vennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
De waarden in Jaargemiddelde van het personeelsbestand (code 1872), Jaaromzet (code 1873) en Balanstotaal (code 1874) zijn blanco. Als één van de waarden nul is (bijvoorbeeld geen personeel), dan moet u zelf een nul ingeven.
Filteren per label (inhoud per label) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|